'Misschien is het goed, meneer Neerslag, als u zichzelf
eerst even voorstelt. Dan weet de lezer ook een beetje wat hij aan u heeft...’
Die mevrouw van de krant bracht het heel
vanzelfsprekend, maar mijn nekharen gingen meteen overeind staan. Hoezo mezelf
voorstellen? Dat maak ik zelf wel uit! Ik weet toch ook niet wat ik aan die
lezers heb? Ik kan me daar zo aan ergeren he, dat iedereen tegenwoordig meteen
maar doet alsof hij je beste vriend is. Voor je het weet is het ‘Nico’ dit en
‘jij’ dat. Laten we het voorlopig maar gewoon houden op meneer Neerslag. Fijn,
dankuwel!
Waar het om gaat, is dat ik kort geleden in Vathorst ben
neergestreken. Mijn werkplaats is
ingericht, mijn Volkswagenbusje staat voor de deur. Ik twijfel alleen nog over
een goede leus. ‘Voor elke klus, Nico dus,’ dat lijkt me wel wat. Of moet het
toch diepzinniger? Waarschijnlijk niet - als ik zo in Vathorst om me heen kijk
kan het niet oppervlakkig genoeg zijn. Op mijn eerste verkenningstocht door de
wijk stuitte ik gelijk op een bord waarin argeloze voorbijgangers worden
opgeroepen om een nieuwe naam te verzinnen voor een ‘authentieke buurt’ die nog
gebouwd moet worden. Wat is dat nou voor waanzin? Welke zonderling verwacht van
voorbijgangers dat ze bruikbare namen kunnen verzinnen?
Ik begin nu wel een beetje te snappen hoe het centrum van
Amersfoort ooit aan zijn straatnamen is gekomen. Daar stond vast ook een of
andere malloot voorbijgangers te polsen: ‘En meneer, die berg zand daar. Wat
denkt u?’ ‘’t Zand.’ ‘Staat genoteerd! En u mevrouw, weet u een naam voor die
hele lange straat in het centrum? Niet? Voor die kromme straat dan?’
Stompzinnig keek de middeleeuwse Amersfoorter hem aan. Degene die er in slaagde
om min of meer de vraag te herhalen, viel gelijk in de prijzen. Nou, dat wordt
wat met die authentieke-buurt-die-nog-gebouwd-moet-worden. ’t Gras, dat zal het
wel worden. Of je weet nooit: misschien komt er net iemand langs met een
uitzonderlijke aanval van poëtische vindingrijkheid. Heet het straks Grashorst.
Of ‘de lege grond’, dat lijkt me tot nader order de beste omschrijving. ‘De
puinhoop’, ook niet gek. Bah!